De grote trap op antieke tegels

Grote trap. Rechts de man en links de vrouw.Foto: Rob Kempers

De grote trap is zo'n beetje de zwaarste vogel die kan vliegen. De mannetjes zijn twee keer zo zwaar als de vrouwtjes (3,5-5 kg en 8-16 kg voor de mannetjes).
De grote trap was mogelijk vòòr 1800 broedvogel in Nederland. Tussen 1800 en 1900 zijn er drie meldingen van mislukte broedpogingen. In Nederland is de grote trap tegenwoordig een uiterst zeldzame wintergast.

Jan Pluis e.a. beschrijft de trap reeds in het prachtige boekje Dieren op tegels op pagina 91. Het verraste mij meerdere tegels van deze vogelsoort aan te treffen hoewel het voorkomen van afbeeldingen van trappen op tegels zeldzaam blijft.  Grote trappen zijn vrij grote en zware vogels en in de boeken las ik dat ze prima schijnen te smaken. Nu zijn ze in vrijwel geheel Europa streng beschermd.  Wellicht heeft dat eetbare meegespeeld  bij de keuze om de soort op gravures af te beelden en vervolgens door tegelschilders op tegels zijn geschilderd. Maar het kan ook zijn dat de soort aantrekkelijk was te schilderen omdat hij er een beetje exotisch uitziet.

 

 

 

Gravure met de voorstelling van een fuut en een (grote) trap. De linker vogel zou een trap moeten zijn maar daar heb ik toch wel wat twijfels bij. En wel om de volgende redenen. Bovenaan de gravure staat de tekst: rarae aves aquaticae. Dat betekent volgens mij zo iets als zeldzame vogels die aan water zijn verbonden, zeg maar watervogels. Daar hoort de trap niet bij want deze vogelsoort komt in droge vlakten en steppen voor en is niet gebonden aan water. Verder heeft een trap geen zwemvliespoten wat bij de vogel op de gravure wel het geval is. Maar in die tijd wist men nog weinig van vogels (behalve dat ze eetbaar waren).

 

 

 

 

Collaert heeft misschien zijn fantasie gebruikt bij het afbeelden van de (zwemvlies)poten op de gravure. Een grote trap heeft in de broedtijd lange witte borstelveren aan de zijkant van de kin en dat is w.s. ook door Collaert niet goed begrepen want hij heeft de vogel een soort kuifje gegeven. De opbouw van de vogel doet overigens wel sterk denken aan een grote trap. Daarom hou ik het voorlopig maar op een grote trap.

           Een mannetje grote trap heeft in de broedtijd lange 
        witte  borstelharen aan de zijkant van de kin. Mischien
            is daar  door Collaert een soort kuifje van gemaakt.


Trappen op tegels, 17e eeuw